Het weven van bamboe bestaat uit drie hoofdfasen: het voorbereiden van het materiaal, het weven en de afwerking.
De voorbereiding van het materiaal is fundamenteel en vereist dat de bamboe tot geschikte stroken wordt verwerkt. Eerst worden bundels bamboe (200 stuks per bundel) op een binnenplaats in de zon gedroogd. Na het drogen worden ze geweekt in regenwater en vervolgens weer aan de zon blootgesteld voordat ze worden opgeslagen voor toekomstig gebruik. Neem voor gebruik een handvol bamboe, schraap de bamboekluiten en bamboeharen eraf, splits de bundel doormidden en laat deze twee dagen en twee nachten weken in rivierwater of een slijpkanaal. Zodra de bamboe zacht en flexibel is geworden, wordt deze met een bamboemes in gelijkmatig dunne stroken gesneden. Na het schrapen is de bundel klaar om te weven.
De weeffase vormt de kern van het ambacht en vereist dat de stroken tot diverse producten worden geweven. De weefmethode maakt voornamelijk gebruik van de schering- en inslagmethode, afgewisseld met technieken zoals los weven, invoegen, rijgen, scheren, vastzetten, vastpinnen, vastbinden en lussen, waardoor een veelvoud aan patronen en kleuren ontstaat. Voor kleurrijke producten kunnen geverfde bamboestroken of -strengen met elkaar worden verweven om levendige, contrasterende patronen te creëren. Bij het weven van een rugzak worden eerst brede bamboestroken (teugel) gebruikt om de basis te vormen, gevolgd door dunnere bamboestroken (stroken). De bovenkant en de hals worden gevormd op 5 cm, de tweede op 13 cm en de derde op 30 cm.
Afwerking is de finishing touch die het product mooier en duurzamer maakt. Wanneer de rugzak tot een bepaalde hoogte is geweven, moeten de randen worden vastgezet: de kleine rugzak wordt vastgezet op een hoogte van 30 centimeter, de middelgrote rugzak op een hoogte van 35 centimeter en de grote rugzak op een hoogte van 60 centimeter. Nadat de randen zijn vastgezet, wordt de mand met een stok vastgezet om de opening recht te trekken en een mooie vorm te creëren. Stroken gespleten jonge bamboe worden vervolgens drie keer om de randen gewikkeld, waardoor de vastgezette randen worden verfijnd en versterkt, terwijl een comfortabele rand wordt gegarandeerd die niet blijft haken. Tot slot worden er twee rugbanden aan de voorkant van de rugzak toegevoegd waar de banden worden vastgezet, en vier rugbanden om de stevigheid verder te vergroten.
Zoals het volksliedje zegt: "De schering en inslag van fijne bamboestroken worden onmiddellijk geweven, en de bodem van de mand is gemakkelijk te beginnen, maar moeilijk te sluiten." Dit ambacht, dat al duizenden jaren wordt doorgegeven, is een levendige voetnoot geworden van de geest van de Chinese natie met zijn unieke vaardigheden en rijke culturele erfgoed. De onvervangbare waarde ervan is in de loop der tijd steeds duidelijker geworden.
Jouw behoeften die we maken, jouw stem waar we naar luisteren, om jouw schoonheid te weven.