De gevlochten manden van oma Chen waren synoniem met 'essentieel om te overleven'. In de jaren 70 was elk huishouden in het dorp afhankelijk van mandenvlechten, en oma's vakmanschap werd universeel erkend als het beste. Haar wilgenmanden werden uitsluitend gemaakt van natuurlijke wilgentakken en ondergingen meerdere processen, zoals wassen en drogen, om ervoor te zorgen dat de takken een gelijkmatige dikte hadden. De verbindingen werden vastgezet met wikkels, zonder ook maar één spijker. 'In die tijd werden manden gebruikt om rijst en brandhout te vervoeren, dus stevigheid was van het grootste belang', legde oma uit, wijzend naar een goed bewaard gebleven wilgenmand in de hoek. Hoewel de mand een patina had ontwikkeld, bleef hij onvervormd en scheurvrij, en kon hij tientallen kilo's dragen. Dit vakmanschap, dat 'vooral praktisch is', weerspiegelt de wijsheid van de oudere generatie in het omgaan met het leven – het gebruik van solide materialen en nauwgezet vakmanschap, waardoor een object de tand des tijds kan doorstaan.
Toen Lins moeder het ambacht overnam, was de toepassing ervan in het dagelijks leven veranderd. In de jaren negentig maakten gevlochten manden de overstap van landbouwgereedschap naar huishoudelijke artikelen. Ze behield het basisprincipe van haar grootmoeder: "stevigheid en duurzaamheid", maar innoveerde op details: ze maakte de wilgenmanden lichter, rondde de randen af om ongemak te voorkomen en voegde eenvoudige patronen toe. Haar opbergmanden en groentemanden behielden niet alleen de ademende eigenschappen van natuurlijke materialen, maar voldeden ook aan de behoeften van stedelijke gezinnen. "Vroeger was het vlechten van manden een manier om geld te verdienen; nu is het om het leven gemakkelijker te maken." De gevlochten manden van haar moeder vereisen geen ingewikkeld gereedschap en kunnen thuis worden gemaakt. Buren en buren bestellen manden op maat, wat hun inkomen aanvult en haar handwerk een nieuwe bestemming geeft.
De gevlochten manden van haar kleindochter zijn een combinatie van "esthetiek en bruikbaarheid". Als generatie na 1995 integreert ze moderne designconcepten met traditioneel vakmanschap: ze gebruikt natuurlijk rotan en katoenen touw om uniek vormgegeven opbergmanden te maken; door borduurwerk en ornamenten aan de manden toe te voegen, transformeren gewone manden tot culturele en creatieve producten. Ze deelt ook weeftutorials via korte video's, waarmee ze een groot aantal internetgebruikers aanspreekt. "Oma leerde me zorgvuldig manden vlechten, en mama leerde me ze aan te passen aan het leven. Ik wil dat meer mensen van dit ambacht houden." De gevlochten manden van Chen Nuo behouden de milieuvriendelijkheid en duurzaamheid van natuurlijke materialen, maar spreken ook de esthetiek van jongeren aan, en worden in het hele land verkocht.
Drie generaties van haar familie hebben manden gevlochten en zijn getuige geweest van de veranderingen in het leven, maar ze hebben altijd vastgehouden aan de wijsheid van "het gebruik van solide materialen, voortreffelijk vakmanschap en aanpassing aan behoeften". Dit ambacht is niet alleen een vaardigheid om de kost te verdienen, maar ook een band die familiebanden verbindt en een levensfilosofie doorgeeft: het met eigen handen creëren van praktische en nuttige voorwerpen, zodat elk object een liefde voor het leven belichaamt.
Jouw behoeften die we maken, jouw stem waar we naar luisteren, om jouw schoonheid te weven.